Regenwater infiltratiekratten zijn een traditionele manier om het teveel aan oppervlaktewater kwijt te geraken. Het is vermoedelijk de meest gebruikte vorm om van dit teveel aan water af te geraken en bestond vroeger uit een primitief systeem, waarbij een gat in de grond gevuld werd met grove steen. Dit zorgde ervoor dat oppervlaktewater terug in de grond liep, dicht bij de plaats waar het op de grond neerviel. Het probleem hierbij was dat na een tijdje het gat gevuld werd met losse grond en modder en de regen zich geen weg meer kon banen door de stenen. Het gat werd dus nutteloos.
Infiltratiekratten of modulaire wateropslagcellen zijn gemaakt om dat infiltratiesysteem te verbeteren. Ze zijn daarom ook essentieel in de meeste bouwprojecten door de toenemende nood aan beter watermanagement. Op voorwaarde dat ze correct geïnstalleerd zijn, zijn infiltratiekratten in plastic veel effectiever en efficiënter dan de vorige methoden.
Waar installeer ik de infiltratiekratten?
Om een infiltratiekrat efficiënt te gebruiken, installeer je het in een zandige ondergrond. Als je het krat zou installeren in een kleigrond, zou de klei het water niet toelaten om erdoor te stromen en het systeem te verlaten. Het systeem kan dan onmogelijk efficiënt werken.
Je installeert het krat het best in de grond onder het niveau van het gebouw of toch op zijn minst op hetzelfde hoogte als het gebouw. Er moet ook 5 meter tussen het infiltratiekrat en het gebouw zitten om te vermijden dat het krat invloed heeft op de fundamenten van het gebouw.
Hoe installeer ik een infiltratiekrat?
Bij een infiltratiekrat van 1 vierkante meter graaf je een gat van 1,6 meter op 1,2 meter. De basis moet bestaan uit een onderlaag van 100 mm scherp zand, een laag van 100 mm grind rond het krat en een laag van 500 mm boven het infiltratiekrat. De bodem en de zijkanten van het gat moeten recht zijn.
Tussen de bodem van de afvoerbuis van het krat en het grondgesteente moet minstens 1 meter afstand zitten. Meestal zit je wel goed als je hem 2 meter onder de grond installeert. De maximale diepte voor de buizen zou 700 mm moeten zijn.
De infiltratiekratten worden verbonden met kleine tubes. Het is aangeraden om de kratten al te verbinden voor je het infiltratiekrat in de holte plaatst. De buitenkanten van het krat worden ingepakt met niet-geweven geotextiel membraan. Voor 1 kubieke meter infiltratie (5 x 0.2m3) heb je 8m x 1m membraan nodig. Dat geotextiel membraan zorgt ervoor dat het water erdoor kan, maar houdt tegelijkertijd dikkere consistenties zoals grond tegen. Het membraan verzekert zo dat de installatie efficiënt blijft werken.
Het membraan kan rond de kratten gewikkeld worden als ze allemaal verbonden zijn, maar soms is het gemakkelijker om het membraan eerst in de holte te plaatsen, gevolgd door het infiltratiekrat. Het is belangrijk dat het membraan passend is voor het infiltratiekrat zodat er geen openingen zijn.
Hoe weet ik hoeveel kratten ik nodig heb?
1) Meet de lengte van het dak langs de dakrand.
2) Bereken dan de breedte van de gevel.
3) Deel dat getal door 2.
4) Vermenigvuldig het resultaat van stap 1(lengte dak) met het resultaat van stap 3.
5) Zorg ervoor dat je rekening houdt met de dakhelling door het dakoppervlak te vermenigvuldigen met onderstaande factoren, met behulp van de dakhelling. Meestal is dat bij woonhuizen tussen 35 en 45 graden.